#Humans  #Leadership

Toekomstperspectief, de morele plicht van leiders

posted 23-02-2020

In een overvol Dauphine interview ik op een dinsdagochtend in januari Jo Caudron, gekend internetondernemer en digitale bedrijvendokter bij het Belgische Scopernia (voormalig Duval Union Consulting). Hij praat over zijn nieuwe boek: De wereld is rond. Het vervolg op zijn eerdere boek over digitale transformatie waarmee hij zich op het bedrijfsleven richtte. Nu strekt zijn boodschap verder. Het is menens. “Met dit boek wil ik Davos halen. We dreigen de wereld om zeep te helpen. Het roer moet om,” aldus Caudron. Zijn boodschap is helder en optimistisch. 

Waar komt jouw drang naar innovatie vandaan?
Ik heb altijd vooropgelopen met innovatieve ideeën. Dat is de aard van het beestje. Op mijn twaalfde gaf ik een magazine uit over ruimtevaart en astronomie. Ik had als Belgisch jongetje abonnees in Nederland die geen idee hadden dat het blad werd uitgegeven door een jongen van twaalf.

Mijn enthousiasme van toen heb ik omgezet naar ideeën over hoe we de toekomst beter kunnen maken. Ik zie patronen en verbanden die ik naar innovatie vertaal. Ik zie het als mijn morele plicht optimisme in de wereld te brengen. Met wat er nu in de maatschappij gebeurt is het tijd voor actie. Er zijn een aantal ontwikkelingen op het gebied van werk, wonen en mobiliteit die onomkeerbaar zijn. Als we die aan elkaar kunnen knopen kunnen die samen voor veel impact zorgen. Mijn doelstelling is om mijn ideeën te laten overkomen bij het publiek van Davos, en niet langer alleen op de één of andere technologie conferentie. Voor mij is dat nu meer urgent dan tien jaar geleden. Toen wilde ik vooral bedrijven bereiken; nu de hele maatschappij.

Welke transformatie heb je voor ogen?
Dat wij van lineair naar circulair gaan. Dat klinkt misschien als een open deur maar ik heb daar concrete beelden bij. De laatste 75 jaar heeft er emancipatie plaatsgevonden op diverse terreinen. We hebben een gigantische omslag gemaakt in welvaart, welzijn, rechten en mogelijkheden. Ondanks alle individuele mogelijkheden en toegang tot globale netwerken heeft dit ook geleid tot een maatschappij waar we niet meer echt met elkaar verbonden zijn. We kiezen voor de beste school of beste werkgever ongeacht waar die zich bevindt. Je woont op een andere plek dan je werkt. Je bent daarbij voor alles afhankelijk van de auto. De auto heeft ons ver gebracht en heeft veel van de emancipatie van de afgelopen 75 jaar mogelijk gemaakt, maar nu komt er een einde aan deze vorm van mobiliteit. Kijk maar naar de consequenties voor CO2 uitstoot.

Ik pleit voor nieuwe combinaties: de stad waarin je een dorpsgevoel hebt en een dorp waar je de faciliteiten van een stad hebt. Waarbij we teruggaan naar circulair leven en wonen in plaats van lineair. Waar we weer verbonden zijn met elkaar. Waarin we in ‘urban villages’ met elkaar samenwonen en leven; waar alle faciliteiten die nodig zijn om te werken en te leven in de buurt zijn; en worden ondersteund door technologische ontwikkelingen die ons verbinden.

Wat is daar revolutionair aan?
Het is nu of nooit. De tijd brengt een aantal ontwikkelingen bij elkaar. Er is geen sector die zich meer kan onttrekken aan de effecten van digitale ontwrichting. We stevenen af op nog grotere omwentelingen in de gezondheidszorg, onderwijs, landbouw, productie, etc. Daarnaast zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die door industrieën en systemen heen lopen; klimaatverandering, globalisering, productieverandering, verouderende bevolking, migratie. Er is een perfect storm in de maak als het gaat om werken, wonen en mobiliteit. Allemaal actueel. De maatschappij is er klaar voor om in beweging te komen, de planeet heeft dat nodig. We moeten op een holistische manier gaan kijken naar de nieuwe werkelijkheid en verbanden zien.  

Hoe zie jij dat in de praktijk en in de toekomst?  
Ik geloof dat we ons in het oog van een aantal perfect stormen bevinden, die ongekende krachten voortbrengen en waarvan we de uitkomst niet kunnen voorspellen. Dat maakt ons onzeker. Onzeker over de toekomst van werk, onzeker over zorg en ouder worden, onzeker over nieuwe machtsstructuren in de vorm van internationale big tech spelers, onzeker over artificial intelligence, onzeker over het klimaat. Dat heeft gezorgd voor pessimisme in de samenleving.

Jarenlang, sinds de renaissance, hebben we geleefd met het vooruitgangsideaal, waarbij we geloofden dat we via vooruitgang een betere wereld konden creëren. Wat ons onderscheidt als menssoort is dat we collectief afspraken kunnen maken en ze kunnen na leven, of dat nu gaat om staatsbestel, religie, economie of democratie. We zijn er in geslaagd fundamentele problemen op te lossen omdat we geloofden dat er vooruitgang mogelijk is. We hebben daarbij echter ook de wereld serieus belast, op de grens van het aanvaardbare.

De exponentiele verandering van de afgelopen jaren en de grote onzekerheden die voor ons liggen, hebben een generatie gecreëerd die vervreemd is geraakt van een groeivisie. Voor de eerste keer in lange tijd omarmt een grote groep mensen een pessimistische toekomstvisie. Mensen zijn bang hun zekerheden te verliezen. Maar willen we de huidige problemen oplossen dan is het belangrijk nog steeds te geloven in de kracht van vooruitgang.

Wat is jouw visie op deze verandering?
Ik ben optimistisch over de mogelijkheid om groei te blijven realiseren, maar op een andere manier dan we gewend zijn. Mijn visie op groei is het verder brengen van mensen en de maatschappij. Hiervoor hebben we een economisch model nodig dat ruimte en middelen creëert. In ons geval de liberale economie. Dat dit laatste ook leidt tot meerwaarde voor aandeelhouders is mooi meegenomen, maar niet de essentie.

Ik zie de strategie van grote bedrijven daarbij veranderen. Ze moeten omslaan van een spullen economie, naar een oplossings-economie. Hiermee kan nog steeds groei gerealiseerd worden, maar zonder dat dit noodzakelijk ten koste gaat van onze eindige planeet.

Stel je voor dat je als consument niet langer een auto wilt kopen maar een abonnement neemt op een bepaald merk. De fabrikant van dat merk, zeg Mercedes, gaat dan niet meer denken over hoe je continue een nieuw model kunt maken, maar ook hoe je die zo duurzaam mogelijk kunt maken en zo lang mogelijk mee kunt laten gaan. Zo dwingt de consument vanzelf de producent om met innovatieve en duurzame oplossingen te komen. Industrieën raken niet out of business zolang ze die transformatie slag maken. Het goede nieuws is dat je overal tekenen ziet dat de grote bedrijven die kar willen trekken.

Wat zie jij als de rol van leiders naar die onzekere toekomst?
Ik zie het creëren van toekomstperspectief als een morele plicht van leiders. Veel leiders zitten met hun handen in het haar. Hoe kunnen ze zich in hemelsnaam klaarmaken voor de toekomst, waarin digitale uitdagers hun plek innemen. Waarbij ze moeten nadenken over de toekomst van werk en een radicale omslag in klimaat en mobiliteit.

De lessen uit het verleden bieden geen garantie meer voor de toekomst. Het goede nieuws is dat je nu twee vliegen in één klap kunt slaan: Ze hoeven niet meer op zoek te gaan naar visie, strategie en roadmapping voor een digitale transformatie alleen, ze kunnen met weinig moeite een plan maken voor een brede maatschappelijke transformatie, waar de digitale component een van de disruptieve pijlers is. En dat biedt kansen voor echte transformatie. Daar zit de wereld echt op te wachten.

NB: Het management van voormalig Duval Union Consulting maakt bij monde van CEO Nils van Dam, mede namens oprichters Jo Caudron en Dado Van Peteghem, bekend dat het bedrijf per heden zal verdergaan onder de naam Scopernia. De nieuwe naam belichaamt een nieuwe stijl van consulting. Klik hier voor volledig persbericht.

Geschreven door Jolanda Holwerda

< Back to stories overview